De thuiszorg komt handen tekort. Dat is al heel lang duidelijk. Mede door dit probleem maakt de thuiszorg een ontwikkeling door in de richting van de ‘eigen regie’ van de cliënt. De focus verschuift van dat wat mensen niet meer zelf kunnen, naar dat wat nog wél zelf kan. Beeldzorg speelt een grote rol in deze omslag. Maar wat betekent beeldzorg in de praktijk voor de zorgprofessional en de cliënt? Wij gingen in gesprek met Martine Duinker, process- en projectmanager bij Allerzorg, om erachter te komen hoe beeldzorg ingezet kan worden om de zelfstandigheid van cliënten te stimuleren. Ook vroegen we haar waar de knelpunten liggen op het gebied van bekostiging.
Beeldzorg geeft ondersteuning op afstand
In de wijkverpleging geldt sinds 2022 het principe ‘digitale zorg, tenzij’. Dit houdt in dat E-health oplossingen, zoals beeldzorg, de standaard worden. In samenspraak met de cliënt beslist de zorgverlener wat de cliënt wel of niet zelf kan. Beeldzorg kan in allerlei situaties worden toegepast om de cliënt van een afstandje te ondersteunen bij het uitvoeren van taken die zij niet (meer) helemaal zonder hulp kunnen. “Soms wil je bijvoorbeeld even beeldbellen met iemand die het spannend vindt om insuline te spuiten en begeleiding nodig heeft. Of wanneer iemand met beginnende verwardheid wel zijn bloedsuikerwaardes kan aflezen, maar niet meer helemaal kan concluderen of hij of zij moet bijspuiten,” licht Martine toe. “Wat wil je dan liever dan even beeldbellen?”
Eenzaamheid onder ouderen
De tablets worden niet alleen ingezet voor zorgverlening, maar kunnen ook gekoppeld worden aan de familie of kennissen van een cliënt. Martine vertelt dat eenzaamheid een groot probleem is onder ouderen. “In de vergrijzende maatschappij heb je heel veel mensen die eenzaam, verward of bang zijn.” Speciaal geconfigureerde tablets, met bijvoorbeeld extra grote knoppen, maken het voor ouderen makkelijker om in contact te blijven met anderen. “Je merkt dat zulke tablets daardoor een hele positieve invloed hebben op eenzame ouderen,” voegt Martine toe.
Omslag in de zorg
De focus verschuift mede dankzij E-health oplossingen in de richting van zelfredzaamheid. “Ook al ben je al negentig, dat wat je nog zelf kunt, moet je gewoon zelf doen,” zegt Martine. Ze bedoelt hiermee niet dat cliënten aan hun lot overgelaten moeten worden of dat ze het alleen met hun mantelzorgers moeten uitzoeken. Waar Martine op doelt, is dat de focus moet liggen op het ondersteunen van cliënten bij het uitvoeren van hun dagelijkse taken, in plaats van het compleet overnemen van deze taken. Wel voegt Martine toe dat ze de term zelfredzaamheid een negatieve klank vindt hebben. “Eigen regie vind ik een prettigere term, want dan ligt de nadruk op het zelf beslissen.”
Deze nieuwe focus betekent dat we in de thuiszorg op een andere manier moeten gaan kijken naar wat zorg leveren precies betekent. “We moeten mensen leren om het zelf te doen, tenzij dat niet meer kan,” zegt Martine. “Die ‘tenzij’ moet een stuk verder liggen dan dat die nu ligt. En dat zit gewoon nog niet zo in het DNA van wijkverpleegkundigen. Die omslag moet vaak nog gemaakt worden.”
Bekostiging van beeldzorg
Wanneer je in de thuiszorg gebruik wil maken van beeldbellen, is het nog maar de vraag of dit vergoed wordt en door wie. Op het moment dat iemand nog thuis woont, valt hij of zij namelijk onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), wat betekent dat de gemeente verantwoordelijk is voor de bekostiging van de nodige zorg. Maar de gemeente heeft er geen belang bij om de tablet te bekostigen. Ook het zorgkantoor bekostigt de tablet niet wanneer iemand nog niet in een instelling woont, terwijl juist het zorgkantoor hier baat bij zou hebben. Iemand die langer zelfstandig kan wonen dankzij een tablet, gaat later naar een instelling en dat bespaart geld. “De besparing zit dus op de verkeerde plek, waardoor niemand voor de tablet wil betalen,” legt Martine uit. “Hierdoor ben je dus afhankelijk van afspraken met de gemeente.”
“Er zijn fantastische voorbeelden van gemeentebestuurders die in samenspraak met zorgorganisaties en zorgverzekeraars hebben besloten om de tablets gewoon aan te schaffen,” zegt Martine. Ze legt uit dat de partijen later kijken wie het meeste baat heeft bij deze tablets en hoe de kosten verdeeld moeten worden. Dat is mogelijk in gemeenten waar een of twee zorgorganisaties alle cliënten in de gemeente voor rekening nemen en waar de gemeente bereid is om mee te werken. “Bij Allerzorg zijn we in het nadeel omdat we overal zitten, maar nergens groot genoeg zijn om invloed uit te oefenen op de gemeente,” voegt Martine toe. “Samenwerken kan dus wel, maar het gebeurt niet vaak.”
We willen Martine Duinker graag bedanken voor haar deelname. Wil je meer weten over E-health? Neem dan hier een kijkje. Houd onze socials in de gaten of schrijf je in voor de nieuwsbrief om een seintje te krijgen bij nieuwe artikelen.